Stichting Toverbal  

Sundrums, Klozums en andere gemaskerde eilanders

Als het toeristenseizoen op onze waddeneilanden is afgelopen, daalt een zekere rust neer. In de maanden oktober en november krijgt een deel van de mannelijke bevolking echter de kriebels in het lijf. De voorbereidingen voor het feest rond Sinterklaas gaan weer beginnen. Niet het feest van de op het vasteland bekende Sint en Piet, maar een eigen feest met gemaskerde mannen. Zonder dat anderen er iets van merken is men met de vervaardiging van zijn 'pak' bezig. Zelfs vrouw en kinderen mogen vaak niets weten. Oorspronkelijk werd voor het pak veel natuurlijk materiaal gebruikt. Nu zijn het vooral tafelkleden, beddelakens en ladingen gekleurd papier die de hoofdbestanddelen van het pak vormen. De maskers (grim of grinz) genaamd worden nu vaak kant en klaar gekocht. Vroeger werden ze geschilderd op stukken vitrage.
Onderstaand artikel voert u langs de Sunderums, Klozems, Nieuwe en Ouwe Sunterklazen, Omes, of hoe de gemaskerde figuren ook genoemd mogen worden.

NIEUWE EN OUWE SUNDERKLAAS OP TEXEL

5 December heeft op Texel het feest van de Nieuwe Sunderklaaas (Jonge Sinterklaas) plaats. Dit feest - voor de kinderen - stelt de laatste tientallen jaren niet veel meer voor en wordt tegenwoordig voornamelijk nog binnenshuis gevierd.
Op twaalf december (St. Lucia) wordt Ouwe Sunderklaas gevierd.
Tegen de avond worden de mensen van de staart verdreven door streetfegers, angstwekkende figuren in pakken van jutezakken met kettingen en bezems. Onder de Texelse Sunderklazen vond men vroeger altijd een dokter, die met een geweldige nijptang rondliep als kiezentrekker; een barbier die iedereen inzeepte; de scharreljoden die ventten met dooie krabben en zeesterren; kooplui met weerboompjes en dierfiguren als bijvoorbeeld de beer. Ook mannen verkleed in oud Texelse dracht met kaper en hoed en floddermuts, (travestie).

HET OPKLEDEN OP VLIELAND

Ook op Vlieland kent men een eigen viering. Op Sinterklaasavond trekt men ook hier verkleed en gemaskerd langs de open huizen, waar men 'keurig' onthaald wordt. De opgeklede figuren ziet men vermomd als vuurtorens, bakens, vliegtuigen, dieren en historische figuren. Sommige trekken groepsgewijs rond, de kostuums passen dan ook bij elkaar. In de huizen wordt geprobeerd de vermomden tot spreken te brengen, maar men trapt daar niet in, want ook hier gaat het erom niet herkend te worden. Later op de avond trekt men met z'n allen, ook de niet gemaskerden, naar het plaatselijk hotel, waar het demasqué plaatsvindt.

SUNDERUMS OP TERSCHELLING

Op 6 december trekken de Sunderums (letterlijk Sintheer-omes) door de dorpen van Oost-Terschelling, verkleed in bizarre kostuums, soms zelfs nog gemaakt van de natuurlijke materialen van het eiland als heide, stro, duinhelm, schelpen en kippenveren. Met rammelende kettingen en op koehoorns toeterend jaagt men de mensen de huizen in: de straat is er voor de Sunderums. Later op de avond trekken de Sunderums van huis tot huis. Niet alle woningen 'geven in'. Toch hebben sommige huizen in Baaiduinen, ten westen van Midsland, op 6 december 1977 meer dan honderd Sunderums binnengelaten. Natuurlijk ontbreekt de warme chocola dan niet, maar ook de alcohol is rijkelijk aanwezig. Rond een uur of tien vindt in de café's de ontmaskering plaats: dit betekende vroeger een fiks stuk dansplezier, want de speelmannen waren dan natuurlijk aanwezig om het gebruikelijke repertoire te laten dansen.
Hoe het vroeger op Terschelling toeging beschrijft de Terschellinger Gerrit Knop in een van zijn verhalen als volgt: "Sinterklaes koom krek as op de aest- en noardfriese eilânen in dei letter as op de feste wal, 6 December. Dà wy lyts wanen, ronne dir jongs op de borren grizige Sinterklazen mei grinzen foar, en mei swiere izeren kettings. 't Waes akelik om te sjean, mar tige lillike dingen dogen se toch net. It slimste hwat ik wit is, se trokken wol rys troch de krûme schorstienen hinnen grette izeren pot fol koitsjende sikkelaet nei boppen: 't koe dir boppen op so'n dak eak sò tige kâld wèze.".

DE KLOZUMS VAN SCHIERMONNIKOOG

De Schiermonnikoger Sinterklaas heet Klozum (letterlijk: Klaas-oom) en ook hij verkleedt zich als het maar even kan zo veel mogelijk onherkenbaar. Op Schiermonnikoog wordt ook twee maal gefeest. Op de avond voor Sinterklaas trekken de kinderen langs de huizen, maar op 5 december trekken de volwassenen individueel of in groepen door het dorp. Als de deur op een kier staat is men welkom en dat is nog steeds bij de meeste huizen het geval. Op Schiermonnikoog wordt door de Klozums gesproken, zij het met verdraaide stem. Ook vrouwen doen mee aan het verkleden. Hier is dit toegestaan.

DE BAANVEGERS EN OMES OP AMELAND

Het eiland Ameland hebben we tot het laatst bewaard. Niet alleen omdat er over de wijze van feestvieren meer bekend is, maar vooral omdat het feest op een aantal; punten nogal afwijkt van het patroon op de andere eilanden. De voorbereidingen gaan ook hier weer in het diepste geheim. In alle stilte worden de pakken gemaakt. Over de vroegere pakken is niet veel bekend, al noemt Dr. M.W. van Brakel-Immink in het artikel 'Het Sint-Nicolaas-feest te Hollum op Ameland' (1929) een aantal verschillende: meisjesfiguren (travestie) met lange vlechten van stro, met meisjeshoeden en lange nachtjaponnen; een soldaat; de Engelschman en de heks van het Oerd.
Tegenwoordig trekt men eerst een witte overal, een witte broek met hemd of vest of een piama aan. Daar gaat dan een wijde cape overheen die gemaakt is van een groot wit laken volgeplakt met allemaal strookjes gekleurd papier. Allerlei voorstellingen, figuren, spreuken e.d., soms ontleend aan de actualiteit, worden uitgebeeld. Op het hoofd is een hoed die met hetzelfde materiaal is beplakt en waar soms nog een bel(letje) ingehangen wordt. Handschoenen en laarzen of gymschoenen worden aangetrokken om onherkenbaar te blijven. Een masker, tegenwoordig van rubber, koopt men bij de plaatselijke kapper. Afrekenen geschiedt zonder dat de kapper het gekochte masker heeft gezien; ook hij mag niet weten wie zich achter een bepaald masker verbergt.
Tenslotte een stevige knuppel en een versierde hoorn, hetzij een rechte toeter of een oude buffelhoorn.
Dit alles levert een nogal woest uitziend feest op.
Op 4 december is het Sinterklaas, na schooltijd, voor de verkleden kinderen en 's avonds voor de kleine Sunneklazen (de jongens van 12 - 18 jaar). Op 5 december volgt dan het feest voor de Grote Sunneklazen, de volwassen mannen van 18 jaar tot veel ouder. Het feest op 5 december begint tegen 5 uur met het banevegen. Vanuit de café's jagen de mannen, een wit laken om de schouders, een knuppel in de hand en blazend op hun toeter, de vrouwen en jongeren onder de achttien van de straat. Wie probeert de baneveger te treiteren is slecht af, want al toeterend wordt men naar huis geknuppeld. Tussen zeven en acht uur worden dan de vrouwen en meisjes naar een 'open huis' of een café gebracht. Hier blijven ze de hele avond. Een open huis is herkenbaar aan een brandend buitenlicht, vroeger een stallantaarn, nu elektrisch licht.
De straatverlichting blijft uit en men zorgt ervoor de ramen goed te blinderen. Er mag geen licht op straat vallen. Valt er toch licht naar buiten dan wordt volgens de regels de ruit ingeslagen. En dan om acht uur begint het pas echt.
De schrijver J.W.F. Weremeus Buning, die in 1948 het feest heeft meegemaakt, vertelt in zijn bundel 'Langs 'sHeren Wegen' het volgende:
"Men weet, als de eerste gestalten uit het duister verschijnen, niet meer wat men ziet, want zij zijn van een pracht en een praal en een rijkdom dat het niet mis is. Op dit afgelegen eiland, in dit afgelegen dorp speelt, voor één avond een feest, dat zijns gelijke nauwelijks meer kent. Het is vol overblijfselen van voorchristelijke inwijdingsplechtigheden; daarop wijzen de leeftijdsgrenzen der jongemannen, het uitbannen en tentoonstellen der ongehuwde vrouwen en de rechten de Oude Sinterklazen om de jonge dochters thuis te brengen. De Oude Sinterklaas, verschijnend in het met een lamp verlichte huis of de herberg, heeft zijn rechten. Als hij met de stok op de grond tikt, voor de voeten van een meisje moet zij dansen of tenminste een pasje maken; als hij de stok hoger houdt moet zij erover springen. Het behoeft niet gezegd te worden, dat de Oude Sinterklazen, die donderhonden, gekleed in zilverpapier en witte lakens, hiervan ruim gebruik maken. Geen meisje dat het weigeren zal; het zou haar slecht vergaan".
(opm. In de huidige volkskundige inzichten wordt een verwijzing naar voorchristelijke rituelen niet meer als juist gezien. C.T.)

Literatuur:

Dr. M.W. van Brakel-Immink
Het Sint Nicolaasfeest te Hollum op Ameland
in: De Vrije Fries dl. XXIX
Leeuwarden - 1929

G. Knop
Schyleralân
Leiden - 1946

L. Mellema
Het eiland Schiermonnikoog
Drachten - 1946

Ton de Joode
Feesten in Nederland
Amsterdam - 1977

Dr. J.M. Fuchs en W.J. Simons
Feestreis door Nederland
Amsterdam z.j.

S.J. van der Molen en Paul Vogt
Onze Folklore
Amsterdam / Brussel - 1980



© Stichting Toverbal