Stichting Toverbal

Vijftigste Boerebrulloft op 'e Jouwer


De dorpsomroeper kondigt het huwelijk aan.

'Der wurdt op 'e Jouwer bekent makke.
Hjoed de 28 ste juli om 11 oere gean ien de lange hier yn Park Heremastate André van der Staal en Anneke Hoekstra ut Wiuwert.
Nei de trouwplechtigheid is ut brullofsmiel fan 12 oantemei 13 oere. Om jelve 2 is der ien de Midstrjitte un spannende hurddraverij fan Frijske hijnders oender de man.
Om 15 oere is der ûn grutte ringriderij er jir docht ût bruidspear ek oan mei...
Siz ut fjidder. Siz ut fjidder.'

Vanaf half negen trekt dorpsomroeper Sibe van der Meulen gewapend met een grote bel door Joure om in het Fries iedereen uit te nodigen om deze trouwdag mee te vieren. Omdat, zeker onder de toeristen, lang niet alle aanwezigen Fries verstaan doet van der Meulen zijn oproep ook in het Nederlands.

'Vandaag de 28 ste juli om 11 uur trouwen in Joure in Park Heremastate André van der Staal en Anneke Hoekstra uit Wieuwerd. Het is een echte bruiloft.
Na de trouwplechtigheid is er het bruiloftsmaal van 12 tot 13 uur. Om half 2 is er in de Midstraat een spannende harddraverij van ongezadelde Friese paarden. Om 15 uur is er een grote ringrijderij en hier doet het bruidspaar ook aan mee...
Zegt het voort. Zegt het voort.'

Voor de vijftigste keer organiseert Stichting Boerebrulloft De Jouwer een originele bruiloft zoals rond 1850 gebruikelijk was.

Het duifje roept

Tussen tien uur en half elf verzamelen de bruiloftsgasten zich bij restaurant De Grietman. Wanneer het bruidspaar in een prachtig versierde sjees daar aankomt vertrek men gezamenlijk door de Midstraat in de richting van park Heremastate. Daar in het openluchttheater is het 'Gritenijhûs' opgebouwd. Tot 1851 werd een aantal Friese landgemeenten grietenij genoemd, vaak bestond een grietenij uit een aantal dorpen. De grietman was tot die tijd de voorganger van onze huidige burgemeester.

Bij de poort van Heremastate moet een bijdrage betaald worden. Een keurig programmaboekje vormt het entreebewijs voor het bruiloftsfeest en een rol pepermunt zorgt voor de nodige verfrissing.

In het park bij het gemeentehuis dansen de Eastergo Skotsers uit Burgum de Waldenskots en Simmermoarn.

''Hwat bisto leaflik, rizende simmermoarn!
't Opgeande sintsje laket my oan.
't Hoantsje kraeit: Rûkelû!
't Doke ropt: Rûkûkû.'

'Wat ben je lieflijk, rijzende zomermorgen!
Het opgaande zonnetje, lacht mij toe.
Het haantje kraait, kukeleku!
Het duifje roept, roekoekoe.'

Een toepasselijker tekst is op deze zonnige dag bijna niet te bedenken.


De Estergo Skaotsers zijn gekleed in de dracht van rond 1830. Het briudspaar draagt kleding die twintig jaar later in de mode was.

Even later danst de groep op het podium in de nagebouwde trouwzaal. 'Rys mei rezinen' en de 'Hakke Toone'. De Eastergo Skotsers dansen in kostuums uit de periode 1820 - 1840 waardoor ze wat afsteken bij het bruidspaar en de gasten die nu per sjees verschijnen. Zij zijn gekleed in het modekostuum van rond 1850 en worden welkom geheten door Ans Bouma-Veenstra, voorzitter van het Stichtingsbestuur. Familieleden van het bruidspaar gaan voorop en zij zoeken hun plaats in de trouwzaal. Andere gasten vinden hun plaats op de voorste rijen van de 'tribune' die op het grasveld is opgesteld.

Onder hen de Burgemeester van de gemeente Skasterlân de heer G.J. Kuiper met zijn echtgenote, maar tot veler verrassing ook Ed Nijpels, Commissaris van de Koningin. Hij gaat gekleed in een opnieuw vervaardigd ambstkostuum, bestaande uit een rok van donkerblauw laken, gevoerd met zwarte zijde, een gesloten kraag en op de borst negen grote vergulde knopen. Verder een blauw lakense pantalon, een steek met zwarte veren, lakschoenen, witte handschoenen en een degen. Geheel volgens de voorschriften in een Koninklijk Besluit uit 1850. Tot 1966 was dit kostuum voorgeschreven voor een commissaris van de koningin. Wat onwennig loopt Nijpels rond voor de vele aanwezige fotografen. De lakschoenen zijn waarschijnlijk nog niet lekker ingelopen.

Ook 'Grytman' Karel F. Gildemacher met zijn assessor (assisistent) Anno Valkema stappen uit dezelfde sjees. Zij zijn straks verantwoordelijk voor de huwelijksplechtigheid. Als laatste arriveert het aanstaande bruidspaar. Anneke Hoekstra, in het dagelijks leven werkzaam bij een zeer gerenommeerde pepermuntfabriek en André van der Staal, boekhouder in de houtverwerkingsindustrie zoeken stralend hun zitplaatsen op achter de grote tafel op het podium.

Een echt huwelijk

Grytman Gildemacher verzoekt Commissaris der Koningin Nijpels naast hem plaats te nemen en dan richt hij zich in het Fries tot het jonge paar:
'Mijnheer Van der Staal, juffrouw Hoekstra!
Ouders en familie van bruid en bruidegom, getuigen, bruiloftsgasten!
Iedereen is hartelijk welkom op deze dag, op deze historische plaats voor dit huwelijksgebeuren. Trouwen is een dure stap in het leven van twee mensen; de echtelijke band laten sluiten op deze gouden Boerenbruiloft, dat is iets heel bijzonders. Elkaar trouw beloven op deze stralende dag, is in trouw verbonden met de tradities van onze vaders en moeders, onze grootvaders en grootmoeders en al die 49 paren die jullie zijn voorgegaan.'

'Wij zijn hier vandaag niet alleen bij elkaar om de gewoontes en tradities van onze voorouders te beleven, als waren wij toeristen in de negentiende eeuw. Geachte aanwezigen, u bent gezamenlijk ook getuige van een echt huwelijk anno 2004.'

Liefde komt met de jaren

Gildemacher gaat verder:
'Eenmaal per jaar, op de enige traditionele boerenbruiloft van Friesland, in het roemruchte vlekje Joure in het oude Skasterlân trouwen twee jonge mensen, leggen hun bindende belofte voor wet en gemeenschap vast. Deze trouwdag is uniek in het Koninkrijk der Nederlanden, als ik goed nadenk zelfs in Europa.'

Dan vertelt hij over de verschillen tussen Joure van vijftig jaar geleden en nu. Joure is een werelddorp geworden.
Ook het bruidspaar ziet hij niet alleen als Fries echtpaar, maar ook als wereldpaar. Hij heeft het over de wil van het paar om samen verder door het leven te gaan. Dat gevoel was er nog niet toen ze een aantal jaren geleden samen naar school fietsten, maar later kwam dat gevoel wel. Dus vervolgt Gildemacher: 'Wij, grietman en assistent, vertegenwoordigers van het recht hebben dan ook geen moment getwijfeld en hebben de omroeper laten roepen.'

Even later:
'Jullie trouwen vandaag met elkaar. Maar zover zijn we nog niet helemaal. Eerst zal er tweemaal luid en duidelijk een jawoord moeten klinken. Waar zeg je nu voor eens en eeuwig ja op? Niemand weet immers hoe het met zichzelf gaat, wat de een bij de ander heeft, wat het leven brengt. Zoveel is zeker: er komen mooie dagen, maar ook regenachtig weer zal jullie niet bespaard blijven. En wat wordt er gegeten als het bruiloftsbrood op is? Als de boerenjongens te week geworden zijn? Het vuur in de pijp is gedoofd? Hoe zal het bij jou aankomen André als de zon niet meer fonkelt in het gouden oorijzer, als de adem van Anneke niet meer alle dagen pepermuntje fris is? En wat zal jij denken, Anneke, als dat mooie pak uit is en als jouw man in een lange onderbroek voor het bed staat te gapen, als er bij André boekhoudersrimpels in zijn voorhoofd gespijkerd zitten... Blijft er dan de wil om verder te gaan, is er dan ook de kracht om jullie bindende belofte ook op de lange levensweg na te komen?'

Wederzijds ja-woord


Het bruidspaar geeft elkaar het ja-woord.

Grytman Gildemacher vertelt verder over de jeugd van André en Anneke, over hun studie en hun hobby's. Over ieders persoonlijke inbreng in deze relatie. Maar ook over de Friese cultuur en hun inbreng daarin door op deze dag te trouwen.
'Laat ons dan nu overgaan tot het sluiten van het huwelijk. Zijn er tegen het aangaan van deze overeenkomst bezwaren binnengekomen of zijn er nog belemmeringen, assessor? Is er onder de vrije Friezen en andere wereldburgers, op deze plaats aanwezig, soms iemand die het recht willen nemen hier en nu bezwaar aan te tekenen? ... Dan staat ons nu niets meer in de weg.'

Als beiden op de vragen van de grytman met ja hebben geantwoord vervolgt deze met de volgende tekst:

'Jimme 'ja' hat klonken.
Dan ferklearje ik as amtner fan de Boargerlike Stân fan de gemeente Skarsterlân út it kertier fan de Sânwâlden fan Fryslân dat André van der Staal en Anneke Hoekstra yn de echt oan inoar ferbûn binne.'

'Jullie 'ja' heeft geklonken.
Dan verklaar ik als ambtenaar van de Burgelijke Stand van de gemeente Skarsterlân uit het kwartier van de Zevenwouden dat André van der Staal en Anneke Hoekstra met elkaar in de echt zijn verbonden.'

Er is een grote akte opgemaakt die door de assessor wordt voorgelezen en daarna getekend door bruidegom, bruid en getuigen. Ook de grytman tekent en dan wordt er een mooi rood lakzegel geplaatst.

'De oerienkomst, jimme houlik, is hjirmei oant yn lingte fan jierren fêstlein. Om de wurden fan ús foarfaars te brûken: Sa lang as it gers groeit, de beam bloeit, de sinne optsjocht, de wyn fan de wolkens waait en de wrâld stiet!'

'De overeenkomst, jullie huwelijk, is hiermee tot in lengte van jaren vasgelegd. Om de woorden van onze voorouders te gebruiken: Zo lang als het gras groeit, de boom bloeit, de zon opkomt, de wind door de wolken waait en de wereld bestaat!'


De bruid heeft de pijp van haar nieuwe man aangestoken als teken van dienstbaarheid. De pijp mag niet breken, want dat is een slecht voorteken.

Grytman Karel Gildemacher, commissaris van de koningin Ed Nijpels en assessor Anno Valkema feliciteren het bruidspaar en overhandigen alle bescheiden, waaronder het hedendaagse trouwboekje.

Bruiloftspijp

Dan wordt de prachtig versierde bruiloftspijp binnengebracht door de bruidszuster. Zij overhandigt die aan de bruid die hem natuurlijk doorgeeft aan haar man. Zij houdt een komfoortje omhoog waarin een brandend kooltje. Zodra de Friese Heerenbaai vlam heeft gevat klinkt het applaus van alle gasten. Traditioneel toont de bruid hiermee haar gedienstigheid aan haar man.

Na de bruiloft wordt de pijp thuis in een speciaal kastje aan de muur gehangen. De pijp mag niet breken, want dat is een slecht voorteken voor het huwelijk.


De Burgemeester en de Comissaris van de Koningin zingen het volkslied.

Alle aanwezigen zingen nu het eerste couplet en het refrein van het Friese volkslied.

'Klink dan en daverje fier yn it rûn
Dyn â lde eare, o Fryske grûn!'

'Klink dan en daver ver in het rond
Uw oude ere, o Friese grond!'

Nu is er voor de overige aanwezigen gelegenheid om te feliciteren en worden cadeaus waaronder een prachtige kraantjeskan aangeboden. Twee witte duifjes worden vrijgelaten. De Eastergo Skotsers dansen onder andere de Brulloftswals. De aanwezigen genieten van de boerenjongens, brandewijn met rozijnen en de overige gasten krijgen ook een prachtige kalkstenen pijp aangeboden.


De bruid strooit snoepgoed naar de kinderen.
 

De bruiloftsgasten tijdens de maaltijd met oude friese zoetigheden.

Bruiloftsmaal

Dan worden we uitgenodigd voor het bruiloftsmaal. Het bruidspaar gaat voorop naar een grote tent, onderweg strooit zij bruidssuikers en lovertjes rond voor de kinderen. Ze neemt hiermee afscheid van haar jeugd.

Het bruidspaar neemt plaats aan een lange tafel onder de bruidskroon en wordt door alle gasten van het bruidsmaal gefeliciteerd. Op de tafels staan onder andere een aantal oud-friese gerechten: sûkerbôle, suikerbrood en prom-en-bôle, pruimenbrood en natuurlijk ontbreken de boerenjongens niet. Twee bruidsparen van voorgaande boerebrulloften brengen een bruidsbrood binnen van ruim een meter lang. Alle gasten in de tent krijgen hun deel.

Tijdens de maaltijd wordt er op het podium nog steeds gedanst, en geeft de dansgroep een kleine kostuumshow. De overige bezoekers kunnen bij een aantal kraampjes ook hun inwendige mens versterken. Hier vinden wij naast de eerder genoemde gerechten ook de Jouster pofkes, een met bruine suiker gevulde krentenbol.

Harddraverij op ongezadelde paarden

Na het bruiloftsmaal willen een aantal vrienden van het bruidspaar elkaars krachten meten. Er is een harddraverij georganiseerd door draverijvereniging Sophia. Vijftien jonge 'knapen', mannen en voor het merendeel vrouwen, hebben zich aangemeld. Het bruidspaar verricht de loting voor de volgorde waarin de deelnemers tegen elkaar moeten uitkomen. Daarna gaat het met het bruidspaar in optocht naar de Midstraat waar een parcours is uitgezet. In het midden van dat parcours staat aan de zijkant een platte boerenwagen waarop de 'karmasters' (keurmeesters) en de burgemeester en de grytman hebben plaatsgenomen. Het bruidspaar en de familie nemen naast de wagen plaats. Normaal gesproken zou de bruidegom ook meerijden, maar voor hem rijdt een vervanger.

De beschikbare prijzen, voor de winnaar een zilveren karwats en voor de overigen een zilveren lepeltje worden getoond en de paarden worden gekeurd. De paarden zijn ongezadeld, men zit op een oranje deken en heeft geen stijgbeugels ter beschikking. De veldwachter verleent zijn medewerking aan de keuring en als blijkt dat niemand een zweepje bij zich heeft en er niet stiekem een kussentje onder de oranje dekens is verstopt, wordt er geroepen: 'van zessen klaar' en kan de strijd beginnen.

Veel zand op straat, dranghekken langs de kant en aan beide einden van het parcours een wipstok met daaraan een Nederlandse vlag. Met die vlag wordt aangegeven welke ruiter de rit gewonnen heeft. Aan de voet van de kerktoren staan de paarden met hun ruiters zenuwachtig te wachten. Men drentelt wat heen en weer tot men aan de start wordt geroepen. Er wordt in beide richtingen gedraafd. Eenmaal in de richting van Heremastate en direct daarna naar de andere kant. Als een ruiter beide ritten wint gaat hij automatisch door naar de volgende ronde. Wint ieder een rit, dan volgt er een derde ronde, die weer vanaf de kant van Heremastate wordt gereden. Om daar te komen laat men de paarden heel rustig teruglopen. Het publiek krijgt dan alle kans om de combinatie van paard en ruiter te bewonderen.

Wanneer een paard in galop springt wordt men direct tot de orde geroepen om het paard weer in draf te brengen. De strijd is spannend. Sommige verliezers komen via een herkansing toch in de volgende ronde. Men gunt elkaar nauwelijks de winst en toch wordt er met elkaar meegeleefd. Uiteindelijk wint Maaike de Glee met haar paard Dytsje. Zij wint hier al voor de vierde keer.

Ringrijderij in krompanelen sjees


De zuster van de bruid probeert de ring uit de witte hand te steken.

Rond drie uur begint het ringrijden in dezelfde Midstraat. Daar staan nu langs de kant van het parcours acht palen opgesteld. Bijna alle bruiloftsgasten doen hier aan mee. Men rijdt in een zogenaamde krompanelen sjees die getrokken wordt door een prachtig Fries paard. Er wordt begonnen met een kennismakingsronde waarbij het parcours verkend wordt en het publiek alle tijd heeft om de vaak prachtig beschilderde sjezen te bewonderen. Voorop rijdt het bruidspaar. Trots ment André Hoekstra zijn paard langs het publiek. Hij wordt gevolgd door ruim twintig andere combinaties. Allen zijn lid van de vereniging 'Het Friese Tuigpaard', verantwoordelijk voor de organisatie van deze ringrijderij.

'Boer en boerin' zijn gekleed in de oude Friese klederdracht. De vrouw zit rechts van de man en zij moet met een klein gepunt stokje proberen de ring te steken uit een witte hand die aan de paal bevestigd is. Bij ieder paal staat een jurylid die controleert of de ring gestoken is en niet toevallig los in de sjees terecht komt. Ook wordt beoordeeld of de combinatie wel snel genoeg het parcours aflegt. Het is knap om te zien hoe de boeren in staat zijn om zo dicht mogelijk langs de palen te rijden. Toch vliegt er nog wel eens een ring door de lucht en dan is het oppassen geblazen.

Er worden drie rondes gereden, waarbij tijdens de laatste ronde extra punten te verdienen zijn. De prijzen zijn trouwens niet mis. De burgemeester overhandigt aan de winnaar een Jouster Waarglês (barometer) en vanwege de vijftigste Boerenbruiloft wordt er dit jaar door de winkeliersvereniging een Gouden Zweep beschikbaar gesteld. Winnaar werd de heer W. Eppinga met zijn dochter. Tot slot van de bruiloft rijden alle combinaties nog een ereronde door de Midstraat. Tevreden gaan het bruidspaar, de familie en alle gasten naar huis.



© Stichting Toverbal