![]() |
Cees Tempel
Van
de oprichtingsvergadering van de Federatie van Folkloristische Groepen In Nederland
op 20 augustus 1950 weet Greet Krul zich weinig meer te herinneren. Ze was er
met drie andere leden van de Oud Westfriese Dansgroep uit Wijdenes (Noord-Holland).
Bijgebleven is wel het feit dat ze die dag haar ondermutsje vergeten was. Een
onvergeeflijke fout. Greet Krul heette toen nog Greet Bakker en was net een
paar jaar lid van de plaatselijke dansgroep.
Geboren op 1 augustus 1930 op een boerderij in Oosterleek vlak bij de voormalige
Zuiderzeedijk woont ze nu al 42 jaar samen met manlief Jan in het ernaast gelegen
oude renteniershuis van haar opa en oma. Op de boerderij woont nu nog een neef.
Greet leerde Jan kennen op de revue in Wijdenes. Bij de tweede of derde revue
waar ze als lid van de gymnastiekvereniging aan mee deed, zocht men nog een
gitarist. Op de 'Zaaizaad' was een jongeman die gitaar kon spelen en nog kon
zingen ook. Zo kwam Jan Krul bij de revue. Greet als hula meisje met een rieten
rokje aan en Jan erbij met z'n gitaar. De bloeitijd van de Hawaiiaanse muziek.
Jan Krul werd geboren op 28 november 1922 te Midwoud. Op z'n zevenenzeventigste
vind hij dat hij al aardigt piept en kraakt, maar zoals hij zelf zegt: 'Piepende
wagens gaan lang mee.' Hij is begonnen als 'akkerstudent'. Van de lagere school
ging hij de 'bouw' op, dat wil zeggen dat hij ging werken in de groenten en
bollenteelt, onder andere bij de firma Veerman in Midwoud. In de oorlog moest
hij zoals zoveel jonge mannen onderduiken. Ook werkte hij nog in de Wieringermeer.
Op maandagochtend vroeg heen op de fiets en op zaterdag aan het eind van de
middag terug naar Midwoud. Eten door de week? Groene erwten in het zakje, met
een tarwemeelse broeder in het zakje toe. Dat lag stevig op de maag.
In 1946 kwam hij in Wijdenes werken bij de Coöperatieve Zaaizaadvereniging
West-Friesland W.A. De diverse aangesloten bedrijven leverden groenten en bloemenzaden.
Jan zat zomers in de veldkeuring en 's winters werkte hij op de kiemafdeling
en deed hij de administratie.
Greet Bakker vond die Jan Krul wel een aardige jongen, maar het was nou ook weer niet zo dat ze er in één klap helemaal voor viel. Toen de ouders van een vriendin vijfentwintig jaar getrouwd waren mocht Greet naar het feest. Jan ging mee, maar dat had nog geen consequenties. Zelfs een tochtje naar Het Concertgebouw in Amsterdam voor een concert van Benjamini Gigli maakte hem nog steeds niet tot de uitverkorene.
Greet danste in die periode al bij de Oud Westfriese Dansgroep, een groep die ontstaan is ter gelegenhed van het veertig jarig bestaan van de plaatselijke fanfare. Onder de bezielende leiding van Bastiaan Roemer werden door een aantal jongens en meisjes van de gymnastiekvereniging wat oude dansen ingestudeerd. Na de oorlog werd dat voortgezet. Greet was achttien toen ze bij de groep kwam. Op een gegeven moment wilde Jan ook wel mee, maar Greet had al een danspartner. Ze danste met Wiep Zwaan en zo kwam Jan te dansen met diens zuster Trien. De eerste voorstelling waar ze samen naar toe gingen was in het welbekende AMVJ gebouw in Amsterdam.
In 1952 gingen ze vanuit de Federatie met een gemengde groep naar het buitenland. Twee stellen uit Ruurlo, een stel uit Wijdenes en oorspronkelijk een stel uit Laren (Noord-Holland). Het stel uit Laren trok op het laatste moment 'de melk op' en dus werden Jan en Greet in veertien dagen klaargestoomd om mee te gaan naar België. Men moest elkaars dansen kennen. Vandaar dat er nog steeds een dans is die in Wijdenes en Ruurlo vrijwel hetzelfde gedanst wordt. In Wijdenes heet de dans 'De Molen' en de Achterhoekse Folkloredansers noemen hem 'De mölle'.
Verantwoordelijk voor die verhuizing van de Molen naar Ruurlo waren tante Stien en oom Jan 'Spoor' Olieslag. Zij waren ook mee naar België. Met vier paren trad men op in de Antwerpse Dierentuin, in Luik en in Brussel. De muzikale begeleiding werd verzorgd door Gerard Volkers van de Schermer dansers op accordeon en Klaas Roemer uit Wijdenes op viool. Jan en Greet leerden toen speciaal voor dat optreden de Hoksebarger, Smiet oe wief weg, de Driekusman en andere dansen uit Ruurlo.
Overigens merkte men in het begin nog niet zoveel van het bestaan van de Federatie, men wist niet zo goed wat je er aanhad. Via de Federatie werden er wel buitenlandse reizen aangeboden, maar vaak gingen die bij gebrek aan financiën niet door. De omslag kwam toen men met de Oud Westfriese Dansgroep een reis ging maken naar Biarritz en Pamplona. Men liet de reis organiseren door de Nederlandse Reis Vereniging en kreeg Mimi Rijpstra mee als reisleidster.
Die reis was een openbaring. Voor het eerst maakte men kennis met de Joegoslavische folklore. Een groep in prachtige kleding, met fantastische zang en dans en een geweldig orkest. Men was tot tranen toe geroerd. Ook de Spaanse groepen met castagnetten en hun zang maakte diepe indruk. Het eigen Westfriese repertoire bracht dan een stukje rust in het programma. Leuk was het vooral dat men in die periode nog met een heel jonge groep op reis was.
In 1958 trouwden Jan en Greet.
Toen de diverse kleine zaaizaadbedrijfjes opgekocht werden door de firma Sluys
en Groot uit Enkhuizen kreeg Jan de kans om in Delft op een kwekerij te werken.
Dat beviel hem niet zo goed. Hij ging solliciteren en kwam terecht bij de Plantenziektekundige
Dienst met als standplaats Leiden. Afwisselend werk, maar Greet bleef achter
in West-Friesland. Het hele gedoe met het heen en weer gereis, kosthuizen en
dergelijke, te dure grond om zelf iets te bouwen, werd uiteindelijk teveel.
Hij kon naar Hoorn overgeplaatst worden, maar ook dat leek niets.
Dus ging hij naar de Tuinbouwvoorlichtingsdienst, waar hij meteen in het diepe
gegooid werd. Er kwam een ruilverkaveling en van lieverlee rolde hij de glastuinbouw
in. Bij die dienst heeft hij drieentwintig en een half jaar gewerkt.
In april 1984 stopte hij met werken, hij ging de VUT in en dacht dat hij tijd
zou krijgen om alle foto's in te plakken, het tuinhek te schuren en te schilderen
en meer van dat soort zaken. Dat moet allemaal nog gebeuren.
Jan was al bestuurslid van de dansgroep uit Wijdenes, maar ook voorzitter van het District West van de Federatie en op een gegeven moment ook nog afgevaardigde van het district in het hoofdbestuur van die Federatie. Het leukste van alles bleef echter het dansen, ook toen ze de dansleiding van de groep op zich genomen hadden.
Er werd echter niet alleen gedanst, er werd ook gezongen. Tijdens pauzes tussen de dansen, maar ook als duo met hun eigen pianist Toon Schermer. Ze traden op met de bekende Westfriese conferenciers Kees Stet en Jo de Leeuw. Er werden grammofoonplaten gemaakt bij Phonogram en Ivory Towers. De cd 'Het beste van Kees Stet en Jan en Greet Krul' ligt nu weer overal in de winkel. Zelf zijn ze daar niet zo blij mee. De opnames zijn niet zo best en enige inspraak in wat ze zelf 'het beste' vonden is er niet geweest. Rijk zijn ze er ook niet van geworden. Ooit onvingen ze 9,48 als royaltys voor drie personen en van de cd ontvingen ze vijftien exemplaren voor de 'weggeef'.
Ondertussen zitten Jan en Greet Krul nog steeds niet stil. Jan speelt contrabas in het orkest van de dansgroep en Greet gaat nog steeds mee naar de repetitieavonden. Optreden doet ze eigenlijk niet meer. Hun in 1964 geboren zoon Bob danst nu met zijn vriendin in de groep en mag daar straks de familienaam hoog houden.
Dit artikel is eerder verschenen in het tijdschrift Traditie,
een uitgave van het Nederlands Centrum voor
Volkscultuur.
Jaargang 6, nummer 3
Herfst 2000