![]() |
tekst: Cees Tempel
Al bijna twintig jaar lang reist Guus van Kan jaarlijks naar een van de voormalige
Zuid-Slavische republieken om daar danscursussen te volgen. Ook danste hij daar
in diverse folklore ensembles. Drie jaar geleden resulteerde dat in een eerste
cd van Het Iduna-orkest. Was Duj Duj met acht nummers eigenlijk nog maar
een halfje, de nieuwe cd Blagdan ('Feestdag') is een volwaardig product
geworden.
Blagdan bevat muziek uit alle windrichtingen van voormalig Joegoslavië,
plus een uitstapje naar het Italiaanse Resia, waar Slovenen wonen die hun eigen
Rezija dansen. Belangrijke troef van de cd is Mario Plee. Deze
tamburicaspeler uit de Kroatische hoofdstad Zagreb had een belangrijk aandeel
in de zes Kroatische nummers. Een van de mooiste is de Konavolska suita,
die begint met prachtig vioolspel in Potkolo en wordt gevolgd door de
dansen Kvatro Pasa, Denći en Čićak. In de
Macedonische nummers Gajda oro en opsko oro drukt orkestleider
Gerwil Kusters met arrangementen en improvisaties een eigen stempel op de uitvoering.
De liedjes worden gezongen door Astrid Castricum. Oj devojće Piroćanče
is prachtig, maar nog mooier is het eerste lied uit Plesi iz Prekmurje,
waarin zij wordt bijgestaan door zang van Sandy Wetzels en Bea de Jong.
In Gorensjki plesi uit de omgeving van de Sloveens hoofdstad Ljubljana
komen we wel erg dicht bij huis. Mrzulin, de tweede dans uit de serie
is 'onze' Jan Pierewiet.
Folk orchestra Iduna |
Deze recensie is eerder verschenen in het tijdschrift Volksdans,
een uitgave van het Landelijk Centrum voor Amateurdans.
19e jaargang nummer 2, mei 2000