Stichting Toverbal

Bretonse dansmuziek met een jeugdig elan

In het Franse Bretagne vormt traditionele dans een belangrijk deel van het dagelijkse leven. Tijdens een bruiloft wordt er gedanst. Als de plaatselijke sportvereniging een feest organiseert wordt er gedanst. En op festivals danst het publiek na afloop van de optredens spontaan door. Voor dansliefhebbers is Bretagne een paradijs.


foto: Nicolas Millot

Bij het maken van een reportage over orkest en dansgroep Kevrenn Alré uit Auray raakte fotojournalist Nicolas Millot zo enthousiast dat hij besloot de wereld van de Bretonse dans in foto’s en tekst vast te leggen. Dañs, Les chemins de la tradition is een schitterend boek geworden met in totaal 230 kleurenfoto’s. Al lezend krijg je het gevoel dat de auteur je bij de hand neemt op een ontdekkingsreis door het Bretonse culturele erfgoed. Steeds weer gaan er deuren open die normaal gesloten zouden blijven. En steeds weer bekijk je de Bretonse folklore vanuit een nieuw perspectief.
De Cercles Celtiques, zoals de Bretonse dansgroepen worden genoemd, zijn verenigd in twee confederaties: Kendalc’h (met 180 aangesloten groepen) en War’l Leur (70 groepen). Dat zijn ruim tienduizend dansers en muzikanten in totaal. Via zeer indringende fotoreportages geeft Millot inzicht in het onderzoek naar de historie van de kostuums, de kappen en de muziekinstrumenten en van degenen die dit alles nog steeds op zeer ambachtelijke wijze vervaardigen. Bij diverse cercles stond de deur naar de kleedkamer voor hem wagenwijd open. Zo maakt hij ons deelgenoot van wat het betekent om je in dergelijke prachtige kostuums te steken: geen gedoe met klittenband, maar vooral veel spelden en de hulp van vaak oudere vakmensen.


Festival de Cournouaille
foto: Nicolas Millot

Dit alles als voorbereiding op festivals zoals La fête de Brodeuses in Pont-l’Abbé, Le Festival de Cournouaille in Quimper en La Festival Interceltique de Lorient, met hun parades en voorstellingen. Vaak afgesloten met een fest-noz, een avondfeest dat tot in de kleine uurtjes duurt. Maar er is meer. Beide landelijke federaties, opgericht in 1950, organiseren concoursen voor hun eigen groepen. Een beetje vergelijkbaar met de fanfare- en harmoniewereld in Nederland. Naarmate je als groep beter presteert kom je uit in een hogere klasse. Die ‘strijd’ levert een geweldige kwaliteitsverbetering op. Er wordt niet alleen gelet op het dansen en de choreografie, maar ook op de uitvoering van de kostuums, de kwaliteit en uitvoering van muziek en zang.
Vooral het laatste staat in Bretagne op een zeer hoog niveau. Niet alleen betreft dit het spelen op traditionele instrumenten als biniou en bombarde (eenvoudige doedelzak en hoboachtige), of de specifieke zangwijze kan ha diskan (Bretons voor ‘chant et déchant’, waarbij de zangers elkaars slotwoord overnemen alvorens de volgende frase te zingen. Steeds vaker ook treden de bagadoù (grote orkesten met Schotse doedelzakken, bombardes en vooral veel slagwerk) als begeleidingsorkest op van een cercle. Samenwerking met muzikanten die elektrisch versterkte instrumenten als piano, gitaar en bas spelen wordt daarbij niet uit de weg gegaan. Een nieuw soort volksmuziek is het logische gevolg. Het jeugdige elan straalt er aan alle kanten vanaf. Ook in Bretagne is het duidelijk: wie de jeugd heeft, heeft de toekomst. Speciale opleidingen zorgen ervoor dat er voldoende specialisten zijn om de jeugd op zijn eigen manier met dans te benaderen.
Brug ar Menez bijvoorbeeld telt 80 jongeren in de leeftijd van 5 tot 15 jaar.

Cercle Celtique Brug ar Menez uit het slechts 2000 inwoners tellende plaatsje Spézet is één van de groepen die, zij het zonder bagad, al jaren hoge ogen gooit. In 2001 en 2002 werden ze kampioen van Bretagne op het Festival St. Loup te Guingamp. In 2003 namen ze een jaartje rust en in 2004 behaalden ze de tweede plaats. In het voorjaar van 2005 durfde de groep het aan om met vijftig danseressen en dansers en elf muzikanten de drie delen Reflets, Rêves en Mozaïk als Spectacle Mozaïk uit te voeren en op te nemen. Een prachtige dvd en een cd zijn daarvan het tastbare resultaat.
Dansen uit diverse delen van Bretagne trekken in een flitsende show voorbij. De drie verschillende kostuums van de groep: vrij donkere twintigste eeuwse kostuums uit Poher en Dardoup en een zeer kleurrijk kostuum gebaseerd op een litho van François-Hippolyte Lalaise uit 1850, zorgen voor juiste variaties op het juiste moment. En of er nu een Pach-Pi uit Carhaix of een Jabadaos-serie uit het Pays de Cournouaille wordt uitgevoerd. Steeds weer zien we verrassende vondsten. Het podium is nooit leeg. Steeds worden dansseries opgepakt en overgenomen door nieuwe dansers. Petit Couturier en Sous la dira zijn twee vrolijke liedjes over een kleermaker en een jager, waarop de onbekende dansen uit het Pays de l’Oust Baleus en Riqueniée worden gedanst.

Petit couturier    
Je vais, je vais vous raconter l'histoire
d'un petit couturier ma luron luret
Qui allait voir les filles lon la
qui allait voir les filles
  Beste vriend, ik ga je het verhaal vertellen van een jonge kleermaker, die vlak na het eten op meisjesjacht ging. Hij kon er nauwelijks één vinden. Want, beste vriend, in Saint Martin des Prés zeggen ze:
‘Jij hebt slechts je naald, je schaar en je vingerhoed. Om onze meisjes te bezitten moet je meer poen hebben.’
Bien tard après souper ma luron lurette
bien tard après souper ma luron luret
Mais il n'en trouve guère lon la
mais il n'en trouve guère
 
Qu'à Saint Martin des Prés ma luron lurette
qu'à Saint Martin des Prés ma luron luret
Tu n'as que ton aiguille
tes ciseaux et ton dé
 
Car pour avoir nos filles
Il faut être bien argenté
 

Sous la dira    
Quand j'étais chez mon père garçons à marier
Je n'avais rien à faire qu'une femme à chercher
Sous la dira la dira lon laire
sous la dira la dira lon la
  Toen ik nog bij mijn vader woonde werd het tijd om te gaan trouwen. Er zat voor mij niets anders op dan een vrouw te zoeken.
Nu ik er eentje heb, maakt ze me razend. Ze stuurt me zonder ontbijt op jacht.
En als ik ’s avonds thuiskom, zet ze me altijd weer een vette kip en houtduif voor.
Sous la dira la dira lon la.
A présent qu' j'en ai une elle me fait enrager
Elle m'envoi à la chasse souvent sans déjeuner
 
Et le soir quand j'arrive elle à toujours souper
d'une poulette bien grasse et d'un pigeon ramier
Sous la dira la dira lon laire
sous la dira la dira lon la
 

Beide dansliedjes worden gevolgd door een Polka, die qua passenmateriaal ook uit Nederland afkomstig zou kunnen zijn. De muziek en vooral de vele choreografische vondsten maken de serie tot een juweeltje. Avant-Deux du Pays de Coglais toont ons de bronnen van de Boerendans Anna van Duinen uit onze eigen Achterhoek. In Dañs Fisel en Dañs ar Bleiz laten vooral de mannen spectaculair voetenwerk zien. De dvd Spectacle Mozaïk toont ons naast humor de gratie van de danseressen en de kracht van de dansers. Een aanhoudende wervelwind van emoties. Op één van de bonustracks vinden we daarvan het meest sprekende voorbeeld. Iffig Gloarec, dansend voorzitter van de groep nodigt Iffig Com oprichter van de groep uit om op de dansvloer te verschijnen. Er vloeien tranen van ontroering. En wanneer Iffig Com het publiek vraagt om mee te dansen, ontstaat op de tonen van de Gavotte des Montagnes een fest-noz, waaraan vrijwel het gehele publiek enthousiast deelneemt.

Nicolas Millot
Dañs; Les chemins de la tradition
Auray : Hengoun – Editions, 2002
ISBN 2-9518533-0-0

Cercle Celtique Brug ar Menez Spézet
Mozaïk; Danse et Musique de Bretagne
CD & DVD 967. DB 14



© Stichting Toverbal