![]() |
tekst: Cees Tempel
Het
jaar 2003 is uitgeroepen tot het 'jaar van de boerderij'. De groep Folkcorn
heeft daar gepast gebruik van gemaakt. Laet ons den landtman loven
het eerste nummer van de gelijknamige cd zet meteen de juiste toon: de arme
landbouwer die zich in het zweet werkt om de wereld van voedsel te voorzien
wordt uitgebreid bezongen. Veel van de liederen komen mij als oud-onderwijzer
bekend voor uit mijn opleidingsperiode. De diverse middeleeuwse toongeslachten
konden aan de hand van dat repertoire prachtig uitgelegd worden. Boerinnneke
van buiten, Den Krepelaer ging wandelen en Waer van gaan de
boeren zo mooi?. Ik kan ze niet alleen uit volle borst meezingen, maar
zelfs nog op de blokfluit naspelen. De instrumentale nummers zijn alle afkomstig
uit Oude en nieuwe Hollantse Boerenlieties en Contredansen (1700-1716).
Voor wie niet al te snel wil dansen zijn ze zeer plezierig gespeeld. Vooral
het gitaarspel van Jitze Kopinga zorgt voor de juiste ritmische accenten om
bijvoorbeeld de Dueringer boeren dans tot een lekker dansbaar nummer
te maken. 't Loose bakkertje wordt door de wisselwerking tussen gitarist
Kopinga en fluitist Laurens van der Zee een instrumentaal nummer dat uitsteekt
boven het over het algemeen zeventiger jaren geluid waarmee de liederen begeleid
worden.
Folkcorn |
Deze recensie is eerder verschenen in het tijdschrift Volksdans,
een uitgave van het Landelijk Centrum voor Amateurdans.
22e jaargang nummer 1, februari 2003