Stichting Toverbal  

Vlöggelen, een oud paasgebruik in Ootmarsum

In Twente worden nog veel oude volksggebruiken in ere gehouden. Het traditionele paasvuur is hier een bekend voorbeeld van.
In 'De volksdans in Nederland' van het echtpaar Van der Ven las Cees Tempel over het 'vlöggelen' in Ootmarsum: 'Want hoe afgemeten de Poaschkerls, al zingend Alleluja, den blijden toon, voortschrijden, in wezen is dit voor Nederland unieke vlöggelen toch een lentereidans.' Zijn nieuwsgierigheid was gewekt, dus trok hij voorjaar 1983 naar Ootmarsum om te onderzoeken of het vlöggelen nog sporen vertoont van volksdans.

GOEDE VRIJDAG

De paasvakantie is begonnen. Enschede is de komende dagen mijn uitvalsbasis voor het maken van een video-registratie over het vlöggelen. Om niets te missen ga ik aan het eind van de middag al naar Ootmarsum. Daar verschijnen aan het begin van de avond twee van de acht poaskearls voor de toren van de HH Simon en Judaskerk. Zij zijn de nieuwe poaskearls die op Driekoningen zijn gevraagd. Ze weten dat zij zich op Stille Vriejdag moeten melden bij de kerk. Vele inwoners van Ootmarsum zijn benieuwd wie de nieuwe poaskearls zijn. Niet alleen de kerkgangers, maar ook anderen komen even langs. Als de meeste kerkbezoekers gearriveerd zijn, verschijnen ook de zes andere poaskearls. Ze stellen zich naast elkaar op en wanneer de kerklokken stoppen met luiden verdwijnen ze in ganzenpas de kerk in.
De traditionele uitmonstering van de poaskearls bestaat uit een lichte regenjas en een gleufhoed..
Om voor poaskearl in aanmerking te komen moet je in Ootmarsum geboren en getogen zijn. Je moet rooms-katholiek en ongetrouwd zijn. En ten slotte moet je vier jaar beschikbaar zijn. Ieder jaar treden de twee poaskearls met de meeste dienstjaren af. Van die twee is de oudste in leeftijd de beheerder van het geld. Als enige poaskearl in Ootmarsum heeft hij een, zeer toepaselijke, naam: Judas.

STILLE ZATERDAG

Stadsomroeper Bodde
Videofragment: 94 kB / 444 kB
(in RealVideo formaat)
Vele nieuwsgierigen hebben zich op het marktplein voor het stadhuis verzameld. Tegen twaalf uur komt stadsomroeper Bodde gewapend met een grote bel om driemaal zijn traditionele uitnodiging uit te spreken: 'Allen die d'r met willen het poasholt haaln mot om één uur op de markt aanwezig wean!' De al even traditionele borrel komt uit café 'De Guldene Crone', en wordt in dank aanvaard.
Tegen enen verschijnen de eerste lange sleperswagens getrokken door mooie zwarte paarden, die echter meer lijken op rijpaarden dan op trekpaarden. De jeugd neemt direct bezit van de wagens, dat scheelt straks een stuk lopen. Even later komt de derde wagen, gelukkig wel getrokken door van die prachtige zware trekpaarden. De kracht straalt aan alle kanten van ze af.
Geen hoed of regenjas is te bekennen. De mannen dragen nu een blauwe overall of een spijkerbroek met een groen legerjack erboven. Ieder die meegaat is gelijk gekleed. Geen uitzondering voor de poaskearls. Er moet gewerkt worden.
Aan de rand van het bos wordt halt gehouden. Hier drinkt men een eerste borrel. Verderop in het bos worden de wagens gedraaid, zodat de paarden met hun neus al in de goede richting komen te staan. Overal langs de paden liggen takken, afkomstig van dennen die in de afgelopen winter geveld zijn. Met een bijl hakt men aan speciale rechte staken een punt, zodat ze in beugels op de wagens passen. Hierdoor kunnen de wagens tot ver buiten hun eigen breedte worden opgeladen. En niet alleen breed, maar vooral ook hoog. Tijdens het opladen zijn de functies duidelijk. De poaskearls vertellen welk hout op de wagens moet. Zij hebben het niet alleen in de afgelopen weken zelf bij de houteigenaren gekocht, maar vanmorgen hebben ze het ook naar de bosrand gesleept. Het hoog en vooral veilig opladen laten ze echter over aan een paar oudgedienden.

EERSTE PAASDAG

Opstellen voor het stadhuis
Videofragment: 129 kB / 603 kB
(in RealVideo formaat)

Om acht uur wordt er verzameld bij café-restaurant Vos aan het begin van de Grotestraat. Wederom gaan de poaskearls vier aan vier door Ootmarsum. Op de derde rij volgt Ben Morshuis, de traditionele voorzanger. Zijn stentorstem klinkt boven alles uit: 'Christus is opgestanden, Al van de joden haar handen.' Via de Schiltstraat komen we op de markt. 'Alleluja, den blijden toon'. Via Kerkplein en Ganzenmarkt gaat men driemaal rond tot men weer uitkomt voor het stadhuis. Daar stellen de acht poaskearls zich op met achter hen de andere zangers. Het zijn nog steeds alleen maar mannen die meedoen aan het gebeuren. Ze zingen beide liederen nog een keer en dan gaat een deel van de aanwezigen naar de Mis en de overigen gaan het café in.
De tekst van 'Christus is opgestanden' zorgde in 1967 voor enige opschudding. Een Amsterdamse advocate ergerde zich eraan dat de joden de schuld krijgen van de kruisiging. Na veel dicussies is de tekst gewijzigd en werd het woord joden vervangen door mensen. Lang heeft dat niet geduurd, want de oude tekst staat weer voluit op de poasbreve, blaadjes met de tekst van de beide liederen die door de poaskearls verkocht worden tegen 'vrije gift'

Het opsteken van de sigaar
Videofragment: 104 kB / 488 kB
(in RealVideo formaat)
's Middags om half twee maakt de mannen, gadegeslagen door vele toeschouwers, nogmaals drie rondjes. Ook nu eindigt men weer bij het stadhuis. Tegen vijf uur 's middags wordt er verzameld op de Paaskamp. Dan begint het echte vlöggelen. Zingend trekken de poaskearls een aantal malen rond het poasboaken en dan gaat het weer richting Grotestraat. Daar aangekomen wordt door 'Judas' een grote sigaar uitgepakt, die de oudste poaskeerl opsteekt. De poaskearls trekken nu met z'n achten naast elkaar, over de volle breedte van de straat, door Ootmarsum. Eerst de twee oudste, dan de twee nieuwe gevolgd door de vier anderen. Linker hand op de rug, rechter hand in de linker van je voorganger en zo sluit je aan. Men wandelt zonder zich te bekommeren om het ritme in de muziek. Ben Morshuis is weer voorzanger. Hij loopt net als alle andere volgers aan de linkerkant van de straat.
De jenever wordt in 'n gaank genuttigd
Videofragment: 100 kB / 480 kB
(in RealVideo formaat)
Men blijft trouwens niet alleen op straat, maar trekt ook om de stiepels, van oorsprong de middenstijl van de grote boerderijdeuren aan de straatkant, nu soms een losse paal onder een metalen garagedeur. Ook trekt men door een aantal cafés.Voor de poaskearls staat daar een glaasje jenever klaar. Die wordt in 'n gaank (al lopend) genuttigd. Na ieder café wordt weer met een ander lied begonnen. Afwisselend Christus is opgestanden en Alleluja, den blijden toon. Men beweert dat de regel: Doet open de muren en de poorten uit het eerste lied ten grondslag ligt aan het trekken rond de stiepels en het deurvlöggelen.
In spiraalvorm het marktplein rond
(Foto: Rob Meijer)
Van oorsprong trok de stoet als laatste door café Luttikhuis, dat voor de nieuwbouw van het stadhuis moest wijken. Thans komt men door de voordeur van het oude stadhuis, nu VVV-kantoor het marktplein op. Dan trekt men net zolang in spiraalvorm het marktplein rond tot alle deelnemers aan het vlöggelen de markt bereikt hebben. Beide liederen worden stilstaand nog één keer gezongen en tenslote worden de aanwezige kinderen onder hoera-geroep driemaal opgetild.
Het paasvuur
Videofragment: 58 kB / 276 kB
(in RealVideo formaat)
's Avonds trekt iedereen tegen acht uur naar de paaskamp. De poaskearls en een paar helpers zijn aanwezig om het vuur aan te steken. Onder in het poasboaken wordt een baal stro gestopt, dat goed met petroleum is begoten. Hierover gaan nog wat takken, de laatste peut erover en dan de lucifer erbij. In het begin natuurlijk veel oh's en ah's, maar later wordt er toch ook weer gezongen, al is het lang niet meer zo uitbundig als daarvoor. Joelende en rennende kinderen voeren nu de boventoon. Langzaam maar zeker breidt het vuur zich over de volle breedte van de houtstapel uit en wordt het tijd een stukje achteruit te gaan. De eerste bezoekers druipen dan al wat verkleumd af. Slechts een enkeling wacht tot het vuur bijna uit is.

TWEEDE PAASDAG

Alles wat op zondag is gebeurd, wordt nu herhaald. De twee oudste poaskearls zijn echter naar de tweede rij verhuisd. Hun taak zit er bijna op. Vooraan lopen dus hun opvolgers.
Aan het eind van de middag begint men het vlöggelen nu rondom de resten van het paasvuur. De route is dezelfde als de vorige dag, maar omdat er duidelijk minder deelnemers zijn duurt het verzamelen op de markt niet zo lang en hoeven de mensen niet zoveel rondjes te lopen als de dag ervoor.
Door het ontbreken van vele toeristen is alles veel intiemer dan op eerste paasdag.

De dinsdag na Pasen gebeurt er niets meer, maar er moet wel opgeruimd worden. De poaskearls zorgen ervoor dat de paaskamp weer netjes is. Er moet hier en daar afgerekend worden. Dus kom je ze zo nu en dan tegen. De mond rood van de glaasjes bessenjenever, die afgewisseld worden door een glaasje bier. 's Avonds hebben ze nog een klein feestje. Maar daar heb ik als goedwillende en vriendelijke toerist niets te zoeken. Er moet nog iets overblijven om te raden.

LENTEREIDANS

Is het 'vlöggelen' nu dans of niet? Op de poasbreve staat vermeld dat dit gebruik zou zijn ontstaan in de tijd dat de kloosterlingen uit Weerselo met Pasen hand in hand zingend de stad introkken. Ook zou het een overblijfsel kunnen zijn van een geselprocessie uit de 13e of 14e eeuw. De geselbroeders of flaggelanten trokken in die periode bedelend door steden en dorpen. Vandaar misschien het trekken door de huizen en de café's. Ook in de literatuur vinden we veel verwijzingen naar oude middeleeuwse processies en nog oudere lentereidansen. Een enkele beschrijving uit de vorige eeuw vermeld dat er gedanst werd. Meester W.J.C. van Wijngaarden (1818-1882) uit Rijssen schrijft: 'In Ootmarsum danst de jeugd hand aan hand door de huizen, waarvan de bewoners die dag de voor- en achterdeuren voor de joelende menigte moeten open laten staan'.
De journalist Harm Boom beschrijft het in 1846 als volgt: 'Al de feestvierenden, jongens en meisjes, oud en jong, soms wel 200 in getal, gaan in rijen op naar de stad, en dansen onder 't zingen van een geestelijk liedje, de huizen, wier deuren door de bewoners zijn opengezet, door, of om de middenstijl der grote deur aan de straat, en zoo trekt de groep, die van lieverlede grooter wordt, naar 't plein voor 't Raadhuis, en gaat daar vrolijk uit elkanderen'.
Nu op dit moment is er van dans geen sprake meer. Wat dat betreft was de gang naar Ootmarsum een teleurstelling. Maar de sfeer, de inzet en vooral het saamhorigheidsgevoel van de Ootmarsumse bevolking was zo grandioos en indrukwekkend dat ik nog regelmatig terugga om een deel van de paasgebruiken mee te maken. Wie ooit mocht besluiten om het vlöggelen mee te maken, moet niet vergeten tijdig een poasbreef te kopen en maak dan vooral van de 'vrije gift' een 'grote gift'.

Zie ook:  Foto impressie Vlöggelen in Ootmarsum
  Vlöggelen in Ootmarsum, Een bijzondere paastraditie


© Stichting Toverbal